Ga naar de inhoud

Ref:2022.000338.01/MJW

S T A T U T E N W I J Z I G I N G S T I C H T I N G

Blad 1

Heden, twee en twintig november tweeduizend twee en twintig, verschenen voor mij, mr.

Grietje Jantina Weistra, kandidaat-notaris, hierna te noemen: notaris, als waarnemer van mr.

Hildebrand Huitsing, notaris in de gemeente Eemsdelta kantoorhoudende te Middelstum:

a. mevrouw DOUMA, geboren te Groningen, zich identificerende met

haar paspoort, met kenmerk ………………… , uitgegeven te Bedum.

b. de heer JACOBS, geboren te Groningen. Zich identificerende met zijn Nederlandse identiteitskaart, met kenmerk ………. uitgegeven te Eemsmond.

c. mevrouw ZUUR, geboren te Slochteren. In verband met de geheimhouding overeenkomstig de

gegevens van de Basisregistratie Personen te dezen woonplaats kiezende ten kantore van

ondergetekende notaris, kantoorhoudende te 9991 BG Middelstum, Heerestraat 32, zich

identificerende met haar Nederlandse identiteitskaart, met kenmerk ……………,

uitgegeven te Het Hogeland. Ten deze handelende in hun hoedanigheid van voorzitter respectievelijk tweede voorzitter

respectievelijk bestuurder, tezamen vormende het voltallig bestuur, van de stichting:

Stichting Huurdersorganisatie HEG (Hogeland, Eemsdelta, Groningen) , statutair gevestigd

in de gemeente Het Hogeland, kantoorhoudende te Bedum, Verbindingsweg 8, postcode 9781

DA, ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel onder nummer 02072337,

en als zodanig deze stichting gezamenlijk rechtsgeldig vertegenwoordigend,

en tot na te melden handelingen bevoegd conform het bepaalde in artikel 13, lid 4 juncto artikel

7, lid 1 van de statuten, vastgesteld bij de akte van statutenwijziging van de stichting op elf

december tweeduizend twintig, verleden voor mr. H. Huitsing, voornoemd.

De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden dat in de bestuursvergadering van de

stichting, gehouden op elf juli tweeduizend twee en twintig werd besloten om de statuten van de

stichting geheel te wijzigen.

Van gemeld besluit tot statutenwijziging blijkt uit een aan deze akte te hechten uittreksel van de

notulen van gemelde vergadering.

De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden vervolgens ter uitvoering van vorenbedoeld

besluit dat de artikelen van de statuten van de stichting met ingang van heden luiden als volgt:

DEFINITIES

Artikel 1

1. Werkgebied: het gebied waar de stichting actief is. Dit betreft de gemeente Groningen, de

gemeente Het Hogeland en de gemeente Eemsdelta, waaronder de navolgende plaatsen

vallen: Bedum, Onderdendam, Noordwolde, Zuidwolde, Roodeschool, Uithuizermeeden,

Loppersum, Middelstum, Stedum, Garrelsweer, Westeremden,

Blad 2

Wirdum, Ten Boer, Ten Post, Woltersum, Thesinge en Garmerwolde.

2. Verhuurder: Woningstichting Wierden en Borgen.

3. Algemeen bestuur: groep bestuurders belast met de leiding van de stichting.

4. Dagelijks bestuur: uit het algemeen bestuur aangewezen bestuurders die zijn belast met

de dagelijkse leiding van de stichting.

5. Projectcommissie: een commissie bestaande uit huurders die gevraagd en ongevraagd

advies uitbrengen over zaken die huurders raken ten aanzien van een project op het

terrein van sloop/nieuwbouw en/of woningverbetering in onbewoonde staat.

6. Bewonerscommissie: commissie van bewoners van huurwoningen in een wooncomplex die

opkomt voor de belangen van betreffende bewoners.

7. Werkgroep: een door het algemeen bestuur ingestelde groep van huurders, en

eventueel andere betrokkenen, met een bepaalde opdracht die deze groep in

gezamenlijkheid uitvoert.

8. Adviesraad: een door het algemeen bestuur ingestelde groep van huurders die

gevraagd en ongevraagd advies kan geven aan het algemeen bestuur en aan het

dagelijks bestuur.

9. Huurder(s): huurder(s) van een woongelegenheid/woongelegenheden van Verhuurder

gevestigd in het werkgebied, welke huurder(s) daarin zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben.

10. Personeelslid: een door het bestuur aangestelde werknemer op grond van een

arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek.

11. Freelancer: een natuurlijk persoon die werkzaamheden voor de stichting verricht op basis

van een overeenkomst van opdracht zoals bedoeld in artikel 7:400 Burgerlijk Wetboek,

waarbij de stichting de opdrachtgever is en de freelancer de opdrachtnemer.

12. Adviseur: persoon of organisatie die de stichting, al dan niet tegen een vergoeding, van

advies voorziet.

13. Huurdersorganisatie: organisatie van huurders die opkomt voor de belangen van

huurders.

14. Schriftelijk: bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar

communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan worden

ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden

vastgesteld.

NAAM EN VESTIGINGSPLAATS

Artikel 2

1. De stichting draagt de naam: Stichting Huurdersorganisatie Hogeland Eemsdelta

Groningen.

2. De stichting is gevestigd in de gemeente Het Hogeland.

DOEL

Artikel 3

1. De stichting heeft ten doel het behartigen van de belangen van:

a. Huurder(s) van een woongelegenheid/woongelegenheden van de stichting:

Blad 3

Stichting Wierden en Borgen (Verhuurder), gevestigd in het werkgebied, welke

huurder(s) daarin zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben (hierna te noemen: Huurders).

b. Bewonerscommissies en projectcommissies als vertegenwoordigers van huurders.

2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:

a. het behartigen van de belangen van huurders van woningen in beheer bij en/of

eigendom van Verhuurder in het werkgebied, voor zover die het complex- of

wijkniveau overstijgen;

b. het op gemeentelijk niveau behartigen en verwoorden van de belangen van

bewonerscommissies en de huurders in het werkgebied ten aanzien van wonen en

woonomgeving in de ruimste zin van het woord;

c. het voeren van overleg met Verhuurder over het door haar te voeren beleid;

d. het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan Verhuurder over alle zaken, die

de belangen van de huurders in het werkgebied van de stichting betreffen;

e. voorlichting aan de huurders over onderwerpen op het terrein van de stichting;

f. de betrokkenheid van huurders te bevorderen bij beleidsvraagstukken,

woningbeheer en woonomgeving.

g. vertegenwoordiging van de huurders in lokale, regionale en landelijke huurders- en

woonconsumentenorganisaties;

h. het ondersteunen en waar nodig oprichten van bewonerscommissies en

projectcommissies binnen het werkterrein van de stichting;

i. samenwerking met andere organisaties en instellingen op lokaal, regionaal en

eventueel landelijk niveau op het terrein van de volkshuisvesting;

j. het oprichten en ondersteunen van werkgroepen op het terrein van de behartiging van

huurdersbelangen in het werkgebied.

k. het gebruikmaken van de diensten van adviseurs voor de ondersteuning van

bestuur en werkgroepen van de stichting en van bewonerscommissies.

l. door het instellen van een adviesraad van huurders. De bevoegdheden van deze

adviesraad zijn vastgelegd in de statuten en de taken in het huishoudelijk reglement.

VERMOGEN

Artikel 4

Het tot verwezenlijking van het doel der stichting bestemde vermogen wordt gevormd door

bijdragen van Verhuurder en door giften en donaties, alsmede hetgeen verkregen wordt door

erfstellingen of legaten, waarbij erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het voorrecht

van boedelbeschrijving en alle andere wettige baten.

SAMENSTELLING BESTUUR

Artikel 5

1. Het algemeen bestuur bestaat uit natuurlijke personen. Het bestuur stelt het aantal

bestuurders vast. Daarbij draagt het algemeen bestuur er zorg voor dat deze bestuurders

zo veel mogelijk een afspiegeling zijn van alle huurders in het werkgebied.

Blad 4

Het algemeen bestuur bestaat uit maximaal negen bestuurders.

2. Slechts huurders (en eventueel: eigenaar-bewoners) van (voormalige) woningen in

eigendom van of in beheer bij Verhuurder kunnen worden benoemd tot lid van het

bestuur.

3. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester aan. Zij

vormen tezamen het dagelijks bestuur. Daarnaast kan het dagelijks bestuur worden

vermeerderd met maximaal twee algemene bestuursleden.

4. Voor het verrichten van de secretariële werkzaamheden kan het bestuur, ter

ondersteuning van de secretaris, een vrijwilliger aanstellen of gebruikmaken van de

diensten van een freelancer.

5. Voor het verrichten van de financiële administratie kan het bestuur, ter ondersteuning van

de penningmeester, een vrijwilliger aanstellen of gebruikmaken van de diensten van een

freelancer.

6. De vrijwilliger of freelancer zoals bedoeld in de leden 4 en 5 heeft toegang tot de

vergaderingen van het dagelijks bestuur en van het algemeen bestuur. De vrijwilliger of

freelancer heeft de mogelijkheid om advies te gegeven en heeft een adviserende stem.

7. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de stichting. Het algemeen

bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan het dagelijks

bestuur.

8. Het zittende algemeen bestuur kan besluiten tot de werving en selectie van een nieuw

bestuurslid. Een aspirant bestuurslid wordt door het bestuur voorgedragen aan de

adviesraad. Een aspirant bestuurslid wordt door de adviesraad benoemd bij meerderheid

van stemmen. De regels en werkwijze inzake de werving, selectie en benoeming van

aspirant bestuursleden zijn vastgesteld in een daarvoor bestemd reglement.

9. Tot algemeen bestuurders kunnen niet worden voorgedragen/benoemd:

a. werknemers van Verhuurders in het werkgebied en hun gezinsleden;

b. gezinsleden van bestuurders;

c. personeelsleden van de stichting en hun gezinsleden;

d. zij die geen huurder zijn in het werkgebied van de Verhuurder;

e. zij die huurder zijn maar niet hun hoofdverblijf hebben in het werkgebied van de

Verhuurder.

10. Bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Na deze perioden van vier

jaar kan het bestuur middels een unaniem bestuursbesluit de adviesraad vragen om in te

stemmen met een verlenging van de benoeming van betreffende bestuurder met maximaal

vier jaar. De adviesraad stemt in met een verlenging bij meerderheid van stemmen. Een

tweede verlening van de benoeming met maximaal vier jaar is mogelijk. Ten aanzien van

deze tweede verlenging gelden de voorwaarden zoals die gelden bij een eerste verlenging.

Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; de in een

tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens

vacature hij werd benoemd.

Blad 5

11. Een bestuurder verliest zijn functie:

a. door zijn overlijden;

b. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele

vermogen;

c. door zijn vrijwillig aftreden;

d. door zijn ontslag door de rechtbank;

e. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;

f. door zijn ontslag gegeven door de gezamenlijke overige bestuurders, ten minste

twee in getal.

g. door ernstige verzaking van zijn plicht tot goed huurderschap zoals bedoeld in

artikel 7:213 Burgerlijk Wetboek.

h. doordat hij niet langer huurder (of eventueel eigenaar-bewoner) is van een

(voormalige) woning van Verhuurder.

12. Het besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat de betreffende bestuurder tot

wiens ontslag wordt besloten vooraf in de gelegenheid is gesteld om zich te

verantwoorden bij het bestuur.

13. Het bestuur kan een bestuurder schorsen met inachtneming van het bepaalde in lid 11 sub

f. De schorsing vervalt indien het bestuur niet binnen zes weken na het besluit tot

schorsing heeft besloten tot ontslag van de betreffende bestuurder.

14. Een bestuurder kan niet tevens lid zijn van de adviesraad.

15. Een bestuurder is belet in situaties waarbij de bestuursfunctie tijdelijk niet kan of mag

worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door schorsing of langdurige ziekte. Bij belet van een

bestuurder wijst het algemeen bestuur uit haar midden een vervanger aan. Deze

vervanger zal de betreffende functie tijdelijk waarnemen. Het bestuur heeft in dit kader

daarnaast de bevoegdheid om tijdelijk een nieuwe bestuurder te benoemen. De aanstelling

van deze tijdelijke bestuurder zal conform het reglement werving en selectie bestuursleden

plaatsvinden.

16. Van ontstentenis is sprake indien een bestuurder zijn functie niet meer vervult,

bijvoorbeeld ten gevolge van ontslag of overlijden. Bij ontstentenis wijst het algemeen

bestuur uit haar midden een vervanger aan voor de periode dat de vrijgekomen

bestuursfunctie vacant is.

17. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de adviesraad

of de door de adviesraad aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode

verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijk

gesteld.

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR

Artikel 6

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Elke bestuurder is tegenover de

stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.

Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en

de eventueel met haar verbonden onderneming of organisatie.

Blad 6

2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende

de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze

werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende

boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen

tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

3. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden

of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de

stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk

maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Een besluit als

bedoeld in dit lid moet overeenkomen met het doel van de stichting zoals bedoeld in artikel

3 en wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte

stemmen in een vergadering waarin het voltallige bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is.

4. Bestuurders ontvangen geen bezoldiging. Aan bestuurders kan wel een door de

stichting vast te stellen vrijwilligersvergoeding worden toegekend.

5. Het bestuur is bevoegd om vrijwilligers van de stichting een vrijwilligersvergoeding toe te

kennen.

6. De regels ten aanzien van de vrijwilligersvergoeding zijn door het bestuur vastgelegd in een

reglement.

7. Het bestuur kan zich voor de uitvoering van zijn taken doen bijstaan door betaald

personeel. Het bestuur neemt dit personeel aan en ontslaat dit personeel en stelt het

salaris en de overige arbeidsvoorwaarden vast. Het bestuur beschrijft de taken van elk

personeelslid en geeft werkopdrachten.

8. Het bestuur kan besluiten om zich, al dan niet tegen een vergoeding, te laten bijstaan

door een adviseur.

9. Indien een bestuurder een (in)direct persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het

belang van de stichting, dan is er sprake van een tegenstrijdig belang. De bestuurder met

een tegenstrijdig belang neemt geen deel aan de beraadslaging, besluitvorming en heeft

geen stemrecht ten aanzien van het besluit waar sprake is van een tegenstrijdig belang.

10. De bestuurder die een (in)direct persoonlijk belang heeft bij een te nemen besluit meldt dit

onverwijld aan zijn medebestuursleden.

11. Indien besluitvorming door het voltallige bestuur in principe niet mogelijk is wegens

tegenstrijdige belangen, dan zal het bestuur desalniettemin een besluit nemen. Dit besluit

zal evenwel worden genomen met schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het

besluit ten grondslag liggen. Daarnaast zal de adviesraad worden geïnformeerd over dit

besluit.

VERTEGENWOORDIGING BESTUUR

Artikel 7

1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door de leden van het dagelijks

Blad 7

bestuur gezamenlijk.

2. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuurders,

alsook aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de stichting binnen de

grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

3. De volmachtverlening wordt door het bestuur vastgelegd in de notulen.

4. Het bestuur kan besluiten om de volmachtverlening te verlenen middels een schriftelijke

volmacht.

WERKWIJZE BESTUUR

Artikel 8

1. De voorzitter alsmede ten minste twee van de overige bestuurders gezamenlijk zijn

gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.

2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het

voorgaande lid bedoelde personen, schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten

minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet

meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de

vergadering alsmede van de te behandelen onderwerpen (agenda). Op de agenda worden

gebracht de onderwerpen die door één of meer bestuurders ten minste veertien dagen voor

de dag van de vergadering schriftelijk aan het bestuur zijn opgegeven.

3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse te bepalen door

degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen.

4. Jaarlijks zal het bestuur ten minste vier keer met de adviesraad vergaderen. In ieder

geval wordt een vergadering binnen zes maanden na het einde van het voorgaande

boekjaar gehouden.

5. Indien wordt gehandeld in strijd met enige bepaling zoals verwoord in lid 3 en lid 4 van dit

artikel, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits ter vergadering alle

bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

6. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk doen

vertegenwoordigen. Een bestuurder kan niet meer dan één medebestuurder ter

vergadering vertegenwoordigen.

7. In de vergadering van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voor zover in deze

statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het

bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van

stemmen wordt het besluit aangehouden en wordt het voorstel behandeld en in stemming

gebracht tijdens een eerstvolgende bestuursvergadering. Indien tijdens deze eerstvolgende

bestuursvergadering er blijvend sprake is van een staking van stemmen, dan is de stem van

de voorzitter doorslaggevend.

LEIDING VAN DE VERGADERINGEN, NOTULEN EN BESLUITVORMING BUITEN

VERGADERING

Artikel 9

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid leidt de

vicevoorzitter de vergadering; bij afwezigheid van de voorzitter en de vicevoorzitter

Blad 8

voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de

vergaderingen worden gehouden.

3. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de

uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen

besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden

door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De

notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering.

5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle

bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.

6. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en

degenen die daartoe door het bestuur schriftelijk zijn uitgenodigd. Toegang tot de

vergadering hebben ook de personen zoals bedoeld in artikel 5, lid 4 en 5.

BOEKJAAR EN VERSLAGGEVING.

Artikel 10

1. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.

2. Het bestuur sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af en

maakt daaruit zo spoedig mogelijk, binnen twee maanden doch uiterlijk binnen vijf

maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over

het verstreken boekjaar. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te

houden binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan

door alle bestuurders ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen,

dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Vaststelling door het

bestuur van de door de penningmeester ontworpen stukken strekt tot decharge van de

penningmeester.

3. Het bestuur laat, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en

lasten over te gaan, deze stukken onderzoeken door een door haar aan te wijzen

financieel deskundige. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het

bestuur en legt, zo hij daartoe bevoegd is, daaromtrent een verklaring af.

4. Jaarlijks binnen twee maanden, doch uiterlijk binnen vijf maanden, na afloop van het

boekjaar stelt het bestuur tevens een jaarverslag op waaruit de belangrijkste

gebeurtenissen en besluiten van het afgelopen boekjaar blijken.

5. Uiterlijk op één november van ieder boekjaar stelt het bestuur de begroting van de

baten en lasten van het daaropvolgende boekjaar op. De begroting wordt door het

bestuur vastgesteld in een bestuursvergadering te houden op uiterlijk één december

daaropvolgend. De vaststelling van de begroting wordt vastgelegd in de betreffende

notulen.

6. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en

andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

Blad 9

7. De stichting is verplicht alle huurders (en eventueel: eigenaar-bewoners) in de

gelegenheid te stellen kennis te nemen van:

a. haar statuten en reglement(en);

b. andere stukken die betrekking hebben op onderwerpen die voor hen van wezenlijk

belang zijn.

JAARVERGADERING

Artikel 11

1. Ten minste eenmaal per jaar wordt een jaarvergadering gehouden waarin het bestuur

verantwoording aflegt over de verstreken periode en een vooruitblik geeft ten aanzien van

de aankomende periode. De jaarvergadering wordt bijeengeroepen door het algemeen

bestuur.

2. De jaarvergadering staat open voor alle huurders.

REGLEMENTEN

Artikel 12

1. Het algemeen bestuur kan één of meer reglementen vaststellen waarin al hetgeen naar zijn

oordeel regeling of nadere regeling behoeft, wordt opgenomen. Een reglement wordt

schriftelijk vastgelegd. Het bestuur kan reglementen wijzigen en intrekken onder

voorwaarde dat de adviesraad hiermee akkoord gaat.

2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

3. Het besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement wordt genomen met

gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste

de helft van alle fungerende bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 13

1. Het algemeen bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, met dien verstande dat het

bestuur een daartoe strekkend besluit niet kan nemen dan nadat de adviesraad hierover

is gehoord.

2. Het besluit van het algemeen bestuur tot een definitieve statutenwijziging wordt

genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een

vergadering waarin ten minste de helft van alle fungerende bestuurders aanwezig of

vertegenwoordigd zijn.

3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden

gedaan, dient dit steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel,

bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden

gevoegd.

4. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat daarvan een notariële akte is

opgemaakt. Bestuurders die bevoegd zijn tot vertegenwoordiging van de stichting zijn

tevens bevoegd deze akte te doen verlijden.

5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige

doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het

handelsregister.

Blad 10

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 14

1. Het algemeen bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit van het

bestuur tot ontbinding is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 13 zo veel

mogelijk van overeenkomstige toepassing.

2. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt ter beschikking gesteld van een

instelling waarvan de doelstelling zoveel mogelijk gelijk is aan het doel van de stichting.

3. Het bestuur benoemt een of meer onafhankelijke deskundige vereffenaars die de

vereffening zullen uitvoeren. Indien de benoeming van een onafhankelijke deskundige

vereffenaar niet mogelijk is, dan zal het bestuur zelf de vereffening uitvoeren.

4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het

handelsregister.

5. Blijkt aan de vereffenaars dat de schulden van de stichting de baten vermoedelijk zullen

overtreffen dan doen zij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers

desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.

6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar

vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zo

veel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan,

7. De stichting houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de

vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen van het

ophouden te bestaan van de stichting opgave aan het handelsregister.

8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden en andere

gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde

termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze

persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan het

handelsregister.

SLOTBEPALING

WAARVAN AKTE is verleden te Middelstum op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.

De comparanten zijn mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan hen opgegeven

en toegelicht. De comparanten hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te

stellen, tijdig voor het verlijden een conceptakte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte

te hebben kennis genomen en te zijn gewezen op de gevolgen, die voor de partijen uit de akte

voortvloeien.

Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de comparanten

en vervolgens door mij, notaris, om zestien uur en negentien minuten.

(Volgt ondertekening.)

Blad 11

UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIF